De arrestatie van Hannie Schaft

Op 17 maart 1945 omstreeks half negen in de avond wordt Hannie Schaft bij een straatcontrole nabij de Jan Gyzenvaart in Haarlem aangehouden door twee militairen van de Duitse Marine die op dat moment assistentie verleenden aan de Feldgendarmerie. Op die bewuste dag werden er een groot aantal mensen aangehouden en gefouilleerd. Tijdens de fouillering op Hannie Schaft werd er bij haar een pistool aangetroffen en een pak illegale blaadjes van “De Waarheid”  hetgeen voor de twee militairen de aanleiding was de vrouw aan te houden. Vrij snel daarna wordt er contact opgenomen met de Kriminalrat en hoofd van de SD, Willy Lages. Na het telefonisch onderhoud stuurt Lages zijn Sturmschafführer Emil Rühl naar Haarlem om de vrouw op te halen voor nader verhoor. Toen Rühl Hannie Schaft uit de handen van de Feldgendarmerie in Haarlem overnam, had Hannie een vals persoonsbewijs in haar bezit met de naam Anny Elderkamp. Het was Emil Rühl die Hannie Schaft die bewuste avond ondervroeg en blufte door te zeggen dat hij wist wie zij was. Een methode wat destijds door menig politieman werd toegepast. Op dezelfde avond bekende Hannie Schaft haar identiteit en werd zij gedetineerd gesteld. Vervolgens bemoeit Willy Lages zich met de zaak en ondervraagt Hannie die toegaf betrokken te zijn geweest bij de aanslagen op NSB’ers Faber, Langedijk en Ragut. Nadat het onderzoek van Lages en Rühl was afgerond, stuurde Lages alle stukken naar de “Befehlshaber” van de SD, Kölitz, die op dat moment Rauter verving. Omstreeks half April 1945 nam Willy Lages contact op met  Kölitz die hem mededeelde dat het meisje ter dood was veroordeeld. Het was Willy Lages die de op Hannie Schaft betrekking hebbende bescheiden heeft getekend en ter hand gesteld aan SD’er Fierman aan wie hij de uitvoering van het vonnis opdroeg. Het was Fierman die een peloton had aangewezen om het vonnis te voltrekken. Op 21 mei 1945 verklaarde Willy Lages aan de chef van de opsporingsdienst, afdeling recherche, te Velsen, dhr. Arend Kuntkes, die een onderzoek had ingesteld naar de dood van Hannie Schaft, het volgende:


Ik geef toe, dat ik zelf op de afdoening heb aangedrongen door op te bellen en ik moet toegeven, dat, indien ik dit niet had gedaan, er een kans was geweest, dat zij niet ter dood was gebracht.”

Op 21 mei 1945 hoorde de chef van de opsporingsdienst Arend Kuntkes de man aan wie Lages de uitvoering van het vonnis had opgedragen te weten: Friedrich Fierman, Kriminalratbeamte bij de S.D. te Amsterdam in de rang van Untersturmführer, die inderdaad verklaarde van Lages de opdracht te hebben gekregen Hannie Schaft te fusilleren maar tijdens het verhoor met Kuntkes volhardend bleef ontkennen het vonnis heeft uit laten voeren. Omdat verbalisant Kuntkes bemerkte dat Fierman een weifelende houding begon aan te nemen en daardoor bleef ondervragen, verklaarde Fierman uiteindelijk dat hij inderdaad van Lages de opdracht had gekregen Hannie Schaft te fusilleren.

(Bron: NIOD Amsterdam, Dossier 249 / inventarisnummer 1193-2)

Had de arrestatie van Hannie Schaft voorkomen kunnen worden?

Mijn antwoord is nee. Waarom? Jan Bonekamp kon niet meer gered worden.

Leest u nogmaals mijn reconstructie van 21 juni 1944. Jan Van der Schaaf heeft nog geprobeerd Bonekamp op de schouders te nemen echter ging dit niet. Volgens Robert Rudolf Pel viel er niets meer te redden.

Na de diagnose van dokter Levend op 21 juni 1944 aan het politiebureau aan de Vinkestraat te Zaandam werd het duidelijk dat de dood van Jan Bonekamp in een beperkt tijdslimiet zou intreden en daardoor niet meer gered kon worden. Verder waren er inmiddels teveel getuigen (burgers en politieagenten) die de gewonde Bonekamp hadden gezien. Kans op verraad binnen de Nederlandse bevolking en in het politiekorps was groot. Het verhoor van Jan Bonekamp aan het Luftwaffenlazaret te Amsterdam werd gedaan door de eerder genoemde SD’er Emil Rühl die verklaarde dat het verhoor gebrekkig ging. Bonekamp was stervende en gaf de naam van Hannie Schaft omdat hij dacht te maken te hebben met een bondgenoot. Dat Hannie uiteindelijk op de Jan Gyzenvaart in Haarlem aangehouden zou worden, had niemand kunnen voorzien….

(Bronnen: NIOD Amsterdam, Dossier 249 / inventarisnummer 1193-2 & CABR 64424 II Tonny Jansen.)